Het verhaal van mijn familie begint als een middeleeuwse ‘American Dream’, maar dan bij Raalte. Rond 1520 ontpopt een jonge man, Derck up die Haer, zich tot een ware pionier door eigenhandig vruchtbare landbouwgrond te maken van een stuk dichtbegroeide wildernis (wolt) op een hoge zandrug (haar) in een verder laaggelegen moerassig gebied. Derck dankt zijn achternaam aan dit gebied. Vermoedelijk bouwt hij er een eenvoudig onderkomen dat hij door de jaren heen steeds verbetert en uitbouwt, want in archiefstukken wordt het erf Wolthaer pas voor het eerst in 1532 genoemd. Drie jaar later krijgt Derck een zoon die hij ‘Derrick up de Wolthaer’ doopt. Deze zoon staat in een processtuk uit 1605 te boek als “die ierste mensche die updie Wolthaer gebaren is”. De naam van Dercks vrouw is niet bekend en ik weet ook niet of het echtpaar nog meer kinderen heeft gekregen. Derck moet zelf rond het jaar 1500 zijn geboren, maar informatie over zijn ouders en/of geboorteplaats heb ik (nog) niet gevonden.

In ieder geval lijkt Derck up die Haer een harde werker, die met niets vanuit het niets voor zichzelf en zijn gezin een bestaan opbouwt. Toch is hij geen zelfstandige boer. De woestenij die hij door zware arbeid beetje bij beetje ontgint, pacht hij van Peter van Mowijck, de burgemeester van Deventer. In die tijd is bijna alle grond in het bezit van de adel en/of de kerk. De eerste 300 jaar zijn de bewoners van de Wolthaer er zelf geen eigenaar van. Doordat grootgrondbezitter Van Mowijck regelmatig land bijkoopt, kan Derck steeds meer land ontginnen. Zo wordt erve Wolthaer alsmaar groter en neemt ook Dercks eigen welvaart toe. Al in 1559 is het bedrijf te groot geworden voor Derck alleen, en wordt het gesplitst. Dercks boerderij wordt vanaf dan ‘Groote Wolthaer’ genoemd en het nieuw ontstane erf ‘Kleine Wolthaar’. Ik weet niet wie in die tijd op de laatstgenoemde is gaan wonen en werken. Dercks zoon Derrick in ieder geval niet, want die krijgt omstreeks 1560 een kind (Gerrit) dat op Groote Wolthaer wordt geboren.

Een grote boerderij heeft in die tijd ongeveer zes hectare land en is zelfvoorzienend. Het werk is dan ook nooit klaar. De eerste generaties Wolthaer verbouwen rogge (voor brood), boekweit (voor pap en pannenkoeken), erwten, bonen, wortelen, knollen en vlas (waarvan ze linnen weven). De Wolthaers zijn behalve akkerbouwers ook schapenboeren. De schapen leveren melk, vlees, wol en mest (voor op het bouwland). Ze bezitten ook een paard, één of twee varkens en soms een bijenkorf, maar geen koeien. De vrouwen spinnen, weven en naaien van vlas en wol de kleding voor het gezin, en iedereen loopt op klompen.

Gerrit Wolthaer (geboren ca. 1560) pacht in 1601 twaalf mudde akkerbouwland (één mudde is ongeveer 0,45 hectare). Vergeleken met andere grote erven uit zijn tijd en in zijn omgeving ‘bezit’ Gerrit ongeveer het dubbele aan akkerbouwland, wat betekent dat zijn opa, vader en hijzelf meer grond hebben ontgonnen dan de buren. Ook heeft Gerrit 1 paard, 25 schapen en 1 varken. Hierin verschilt hij niet veel van andere boeren.

Het is niet bekend wanneer stamvader Derck en zoon Derrick zijn overleden. Derrick moet in 1605 nog in leven zijn geweest, want in dat jaar verklaart hij in een processtuk ongeveer 70 jaar oud te zijn. Zoals gezegd wordt rond 1560 zijn zoon Gerrit geboren, en deze krijgt op zijn beurt omstreeks 1590 een zoon, Willem. Dat betekent dat Derrick zijn kleinzoon Willem heeft zien opgroeien en dat er ten minste vijftien jaar lang drie generaties op Groote Wolthaar hebben samengeleefd.

Willem-Gerrits-Wolthaer-–-Kwartierstaat-diagram

Bron:
– Holterman, D. (2015). De Wolt Haar 1500-2015. Een eeuwenoude ‘buurschap’ met erven Groote, Kleine en Olde Wolthaar. Heino: Uitgave in eigen beheer
– Topotijdreis.nl

In onderstaand veld kunt u zoeken op naam of trefwoord:

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *