Havezate Werkeren in verval en het ontstaan van boerderij Werkel
Levensgenieter Berend Bentinck is al jong weduwnaar en hij heeft dan ook maar twee kinderen. Een jongen, Hendrik Willem (Hendrik-4), en een meisje, Henriëtte Seina. Berend sterft in 1745, zijn dochter in 1746 en haar man in 1747. Zo komt Hendrik-4, geboren in 1705, in drie jaar tijd in het bezit van maar liefst drie havezaten: Werkeren, Wittenstein en Ahnem. Hij heeft net als zijn voorvaderen tal van belangrijke maatschappelijke functies en is vanzelfsprekend getrouwd binnen zijn eigen vooraanstaande adellijke milieu. Met zijn vrouw en drie kinderen woont hij op Wittenstein. Hierdoor raakt Havezate Werkeren vanaf 1745 onbewoond.
Om de uitgestrekte landerijen van Werkeren te kunnen blijven beheren, bouwt Hendrik-4 ergens tussen 1748 en 1776 een boerderij op de voorburcht van de havezate. Het gaat hier met zekerheid om de latere boerderij ’t Werkel.
In 1785 wordt de naam Werkel voor het eerst gebruikt. Boerderij Werkel is van het hallenhuistype, waarbij het woon- en bedrijfsgedeelte zich onder één dak bevinden. Werkel bestaat uit acht compartimenten en behoort hiermee tot de grotere boerderijen.
Behalve Werkel staan er eind achttiende eeuw nog twee boerderijen aan het begin van de Oude-Wetering in Mastenbroek: Stokkebrand en het Luibuis. Deze twee bestaan al vóór 1682 en zijn dus ten minste 100 jaar ouder dan Werkel. Stokkebrand maakt onderdeel uit van havezate Werkeren en wordt ‘het hoveniershuis’ of ‘de tuinmanswoning’ genoemd. Of het Luibuis in die tijd ook bij Werkeren hoort, heb ik (nog) niet kunnen achterhalen.
Evert van Werkel
Hendrik-4 Bentinck neemt een ‘zetboer’ in dienst, die moet zorgen voor het dagelijkse reilen en zeilen op boerderij Werkel en de landerijen van havezate Werkeren. Deze zetboer kan het werk niet alleen aan en krijgt op zijn beurt hulp van een aantal inwonende meiden en knechten. Eerder schreef ik al dat de Zwolse trouwboeken uit de achttiende eeuw meerdere huwelijken vermelden tussen knechten en meiden die woonachtig zijn op havezate Werkeren. Dit is vervolgens ook op boerderij Werkel het geval.
In 1786 trouwen boerenknecht Evert Jansen en dienstmeid Janna Roelofs met elkaar. Kort daarop overlijdt Evert. Janna is dan al zwanger en bevalt in 1787 van hun zoon. Ze noemt hem Evert Everts van Werkel. Hij is, voor zover ik kan nagaan, de eerste die op boerderij Werkel wordt geboren. Ik vind het leuk om dit met speciale nadruk te vermelden omdat ik de laatste ben die er is geboren (in 1965).
Mogelijk blijft Janna Roelofs na de dood van haar man en de geboorte van haar kind werkzaam als dienstmeid op Werkel, en heeft Evert van Werkel (net als ik) zijn jeugd doorgebracht op deze boerderij. Hij trouwt in 1812 met Altje Velthuis. Zij is dertien jaar ouder dan hij en ze heeft drie dochters uit haar eerste huwelijk. Met Altje krijgt Evert twee kinderen, die beiden ongehuwd blijven. Evert overlijdt op 81-jarige leeftijd in Mastenbroek.
De bloedlijn van Evert van Werkel is dus uitgestorven. Tóch ben ik, via de dochter van zijn vrouw, zijdelings aan hem verwant. Zijn stiefdochter Wilhelmina trouwt met Assuerus Haverink, de achterkleinzoon van de stamvader van de Haverink-tak van mijn oma Reuvekamp-van de Kolk. Ik vind het een leuke ontdekking.
De wereld was vroeger een stuk kleiner.
Andere tijden
De adellijke eigenaar van boerderij Werkel, Hendrik-4 Bentinck, sterft al op zijn 49e en zijn zoon Coenraad wordt de nieuwe heer van Werkeren. Veel aandacht heeft hij niet voor de havezate. Net als zijn vader gaat hij er niet wonen.
De hoogtijdagen van Werkeren zijn daarmee voorgoed voorbij en de havezate raakt in verval. Toch is het totale bezit in 1762 nog 31.000 gulden waard. Het huis zelf, met zijn hoven, boomgaarden en allees wordt dan getaxeerd op 8.300 gulden. In die tijd een kapitaal bedrag. Desondanks steekt Coenraad geen geld meer in onderhoud en personeel. Hij heeft geen kinderen en hoeft met het oog op hun politieke toekomst dus ook geen erkende havezate te bezitten. En wanneer in 1795 de begrippen vrijheid, gelijkheid en broederschap ook in Overijssel hun intrede doen, is een havezate op zijn curriculum helemaal overbodig. Alle oude overerfbare bestuursregelingen worden immers afgeschaft en alle erfelijke adeldom vervalt. Voortaan moeten de leden van de Staten door het volk worden gekozen en benoemd.
Hiermee komt aan de politieke loopbaan van Coenraad abrupt een einde. Hij trekt zich als werkeloos burger terug op Wittenstein, waar hij als laatste mannelijk lid van de familie Bentinck in december 1800 overlijdt.
(Wordt vervolgd)
Rond 1847 verlaten de broers Hendrik en Jan Reuvekamp hun ouderlijk huis boerderij Reuvekamp in Dieze om te trouwen en zich in Mastenbroek te vestigen. Hendrik op boerderij ’t Werkel en Jan op Stokkebrand. De boerderijen grenzen aan elkaar en kennen dan al een eeuwenoude historie. Boerderij ’t Werkel begint in 1365 zelfs als kasteel.
Als intermezzo in de Reuvekamp-geschiedenis duik ik in negen afleveringen in de geschiedenis van Mastenbroek, kasteel Werkeren en boerderij ’t Werkel. De plek waar mijn familie 175 jaar woont en werkt, tot ’t Werkel in 1993 plaats moet maken voor de nieuwbouwwijk Stadshagen (Zwolle). Ik vind het fascinerend om te ontdekken dat het boerenerf waarop ik ben geboren en opgegroeid zo’n rijke historie en zoveel verschillende gedaantes heeft gekend. Ik hoop dat deze geschiedenis ook u zal boeien.
Bronnen:
– Rijksarchief in Overijssel (1980). Oude luister in het Kerspel. Catalogus van de tentoonstelling over havezaten en buitenplaatsen rond Zwolle
– Stichting Promotie Archeologie (2005). Havezate Werkeren. De Heren van Werkeren en hun kasteel. Zwolle: Stichting Promotie Archeologie
Wat leuk dat jij de stamboom van mijn moeder hebt uit gezocht. Het bid prentje van Evert ken ik maar van zijn kinderen niet . Ze zijn gestorven op het Rodehuis , waar nu de Fam. van Vilsteren woont.
Annie, weet jij (of iemand anders) misschien waar in Mastenbroek Evert van Werkel is gestorven? Toen hij overleed in 1869 woonden de Reuvekamps namelijk al op ‘t Werkel.
Lian, ik geniet van je verhalen.
Ben je in de gegevens al een hendrik hendriks tegengekomen of een Derk van der Stouw ?
Zo’n relatie heb ik wel ontdekt met de scheepswerf.
Mijn familie woonde ook op Rademakersziel groet Dick
Dag Dick, leuk te horen dat je mijn verhalen graag leest. Ik beleef er -in deze coronatijd- veel plezier aan om lekker op mijn zolderkamer de geschiedenis uit te pluizen en erover te schrijven. Ik ben de namen die jij noemt niet tegengekomen, maar wel een zekere Teunis Hendriks Hullen. Hij woonde in 1806 op boerderij ‘t Werkel en was in dienst van de eigenaar van de havezate Werkeren.