
Herziene versie
De publicatie van deze aflevering leverde binnen twee dagen al zo veel reacties, nieuwe en ook tegenstrijdige informatie op, dat ik het stuk heb herschreven. Hieronder leest u de herziene versie, waarbij ik iedereen wil bedanken die de moeite heeft genomen om te reageren. Dat vind ik ontzettend leuk!
We hebben gezien dat Lucas (Luuks), de acht jaar oudere broer van Jans, rond 1878 zijn eigen boerderij aan de overkant van de Oude-Wetering bouwt, tussen ’t Werkel en Stokkebrand in. Wanneer Jans in 1889 ’t Werkel van zijn jongere broer Antonius koopt, worden de broers Luuks en Jans dus buren. Ze kunnen het hun lange leven goed met elkaar vinden. Luuks wordt 92 jaar en Jans 81.
Prepper
Over de boerderij van Luuks doet een hardnekkig en mysterieus verhaal de ronde. Bij de bouw zouden er meer stenen onder de grond zijn gebruikt dan erboven. Luuks zou onder de grond een gangenstelsel hebben aangelegd, waar je kon schuilen of waardoor je kon ontsnappen. Ik vroeg me af wat ik hiervan moest geloven. Gelukkig heeft een vroegere bewoonster van de boerderij daarop gereageerd. Van onderaardse gangen is haar en haar familie niets bekend, maar er was wel een kelder onder de hele boerderij. Een hele grote ruimte, en daarvoor zijn dus inderdaad heel veel stenen onder de grond gegaan.
Een tante van mij vertelt dat er volgens haar moeder, mijn oma dus, toch echt een onderaardse gang liep van het woonhuis naar de sloot rechts ervan. Misschien is die gang later dichtgemetseld of had mijn oma gewoon veel fantasie.
In ieder geval had Luuks een enorme voorraadkelder. In die zin had hij misschien dus toch wel iets van een ‘prepper’ (een ‘prepper’ is iemand die op voorhand allerhande maatregelen treft om een natuurramp, epidemie of sociale, politieke en economische onrust te overleven).
Kraamkoorts
Luuks (van Oude-Wetering 2) en Jans (van Oude-Wetering 1) zijn behalve broers en buren ook getrouwd met twee halfzussen van ’t Luibuis (Oude-Wetering 4). Maar voordat Joanna met Jans trouwt, is haar halfzus al gestorven. Ook Joanna zal jong overlijden.
Jans en Joanna hebben al vijf kinderen wanneer Joanna op 3 januari 1900 van een tweeling bevalt. Helaas sterft ze twee weken later. Er gaan verschillende verhalen rond over haar precieze doodsoorzaak. Volgens de een stierf ze aan kraamkoorts, volgens een ander aan een bloeding, en volgens een derde aan een infectie van de baarmoeder. In ieder geval overlijdt ze in het kraambed, twee weken nadat ze van een tweeling is bevallen.
Eén van de tweeling, Berendina (Dina), wordt 87 jaar. Van het andere kind wordt gezegd dat het een jongetje was. Maar ook dat het een meisje was. En zelfs dat het een ééneiige tweeling was. Maar niemand weet het zeker. In Jans’ gezin wordt er niet over gesproken. In het geboorteregister staat ‘levenloos kind’, zonder geslachtsaanduiding. Het kind heeft geen naam. Er is geen graf. Niets.
Het gezin van Jans en Joanna. (Mocht deze weergave niet leesbaar zijn, klik dan hier.)
Johannes-Paulus-Reuvekamp-–-ParenteelVerloren zoon
En dan is er een voor mij totaal nieuw kind ten tonele verschenen. Meerdere mensen vertelden me dat Jans en Joanna een zoon zouden hebben gehad, die elf jaar is geworden. De jongen was ‘niet helemaal goed’ (wat dat ook mag betekenen) en omdat hij slechts een korte levensverwachting had, is er van zijn geboorte geen aangifte gedaan. Tegen alle verwachtingen in werd hij toch nog elf jaar. Niemand weet hoe de jongen heette.
Het gekke is nu dat er over zijn overlijden ook niets te vinden is. Mijn tante Mariet Braakman-Reuvekamp heeft uitgebreid genealogisch familieonderzoek gedaan en dit verhaal is haar bekend, maar ze heeft helemaal niets over de jongen kunnen vinden.
Mocht er iets van dit verhaal kloppen, dan is het qua geboortejaren van de overige kinderen van Jans en Joanna niet waarschijnlijk dat dit een zoon van hen is geweest. Misschien was de jongen dan ook geen kind van Jans, maar een broer(tje), en dus een zoon van Hendrik en Wilhelmina. In ieder geval ga ik dit opmerkelijke verhaal verder onderzoeken. Wordt vervolgd dus.
Als Jans in 1900 weduwnaar wordt van Joanna heeft hij zes kinderen in de leeftijd van nul tot zeven. Baby Dina wordt in haar eerste levensjaar verzorgd door haar oma Maria Damman-Kollenhoven op ’t Luibuis. Daarna overlijdt haar oma en komt ze terug bij haar vader Jans.

Bernard (mijn opa) zit rechts.

Jans kiest ervoor om niet te hertrouwen. Om hem heen ziet hij ingewikkelde situaties ontstaan binnen samengestelde gezinnen met halfbroers en -zussen, en dat wil hij voorkomen. Hij brengt zijn kinderen in zijn eentje groot. Dat doet hij goed, want ze worden allemaal tussen de 74 en 87 jaar oud. Drie van hen blijven ongehuwd op ’t Werkel wonen (de geschiedenis herhaalt zich). Twee dochters van hem trouwen met twee broers (die geschiedenis herhaalt zich ook) en zijn zoon Bernard gaat met zijn vrouw op Oude-Wetering 5 wonen. Niet ver van ’t Werkel dus.
Bernard is de enige zoon van Jans die de familienaam Reuvekamp voortzet.


Het paard op de foto hierboven draagt er geen, maar als een koe of paard naar de markt of naar een veekeuring ging, dan kreeg het een deken om met de naam van de eigenaar erop. Die naam werd op de koedeken geverfd met behulp van een zinken plaat die diende als sjabloon.


In de zomer van 1943 ligt Jans op sterven. Dat komt slecht uit, want met mooi weer zijn boeren hartstikke druk en is er eigenlijk geen tijd voor een begrafenis. Zijn kinderen en alle vier de buren zijn aan het hooien en helpen elkaar daarbij. Jans wil daarom niet dat er iemand bij hem aan zijn bed zit. Het verhaal gaat dat hij zijn dood een paar dagen weet uit te stellen.
“Halen jullie eerst het hooi maar binnen”, zou hij gezegd hebben.
Wanneer zijn kinderen en de buren (zijn broer Luuks van nr. 2, zijn achterneven van nr. 3, zijn schoonfamilie van nr. 4 en zijn zoon Bernard van nr. 5) het werk af hebben en bij hem komen, vraagt hij naar de kwaliteit van het hooi.
Als hij hoort dat die goed is, glimlacht hij, sluit zijn ogen en sterft. Het is 7 juli 1943.



Luuks, de broer van Jans, sterft in 1946. Na zijn overlijden staan er twee mooie stukjes over hem in de Zwolse Courant:


Oproep:
1. Heeft u informatie over de onbekende jongen die met elf jaar overleed en die een zoon of een broer van Jans zou zijn geweest? U kunt hier contact met me opnemen.
2. Heeft u misschien een foto van een koe of paard met een deken met de naam van Jans erop? Dan maakt u mij daar heel blij mee.
3. Bent u een nakomeling van één van de dochters van Johannes Paulus (Jans) Reuvekamp en Joanna Hendrika Damman en kent u nog een verhaal over Jans en Joanna, of heeft u (kopieën van) documenten, of foto’s van erfstukken en wilt u die wel met me delen, dan hoor ik het graag. U kunt hier contact met me opnemen.
Dit zijn de huwelijken van de dochters van Jans en Joanna:
– Wilhelmina Lucretia (14-09-1892) trouwt met Hendrikus Johannes ten Have (24-05-1889).
– Hermina Hendrika (27-01-1898) trouwt met Lambertus Bernardus ten Have (23-03-1893).
4. Ook zou ik graag meer weten over de ondergrondse gangen van Luuks’ boerderij op Oude-Wetering 2. Bestonden ze echt? Of is het slechts een mooi verhaal? Heeft u hierover informatie, dan hoor ik het graag.
Bronnen:
– Braakman-Reuvekamp, M. (1988). Genealogie Reuvekamp. Zwolle: Uitgave in eigen beheer
– Met veel dank aan alle familieleden die mij van foto’s en verhalen hebben voorzien. Geweldig!
Opa Jans kwam op de zaterdagmorgen altijd voor koffie bij zijn zoon Bernard en diens vrouw Aleida. Dina (zijn dochter) maakte dan schoon op het stookhuus en hij werd dan min of meer verbannen van zijn plaats: de stoel naast het fornuis. Hij zat in een rieten stoel met een hoge rugleuning.
Hij kwam op de fiets naar ons. Hoe hij op de fiets ging zitten was heel speciaal. Er zaten van die op stapjes achter aan het achterwiel, daar stapte hij dan op en met een sprongetje kwam hij op het zadel.
Wat een mooi verhaal! Dank u wel.
Heeft iemand een foto van Jans met of op zijn fiets?
Een foto van zijn stoel naast het fornuis zou ook leuk zijn!
Over Luuks boerderij aan de Oude-Wetering 2: Bij mijn weten was er één grote kelder die onder het hele huis doorliep (vol weckflessen en voorraad). Na de brand werd het huis een stal waarbij de kelder mestkelder werd. Ik zal onze Wim nog eens vragen. Dus nee, helaas geen onderaardse gangen bij het huis van Luuks.
Het oorspronkelijke gerucht was dat er bij de bouw van Luuks boerderij meer stenen onder de grond zijn gebruikt dan erboven. Dat zou in het geval van een kelder onder het hele huis dus best kunnen kloppen. Maar in de loop der tijd is het misschien een ‘sterk’ verhaal over een ondergronds gangenstelsel geworden (?).
Ik heb het nog even aan mijn 80-jarige tante gevraagd, zus van mijn moeder. Zij werkte vroeger als meid voor oom en tante op Oude-Wetering 2. Zij wist nog wel van de grote kelder, maar helaas had ook zij nog nooit gehoord van de ondergrondse gangen.
Wel waren er evacuées in de oorlog.
Dank je wel Trudie. Het ondergrondse gangen mysterie lijkt hiermee opgehelderd. Er was dus een kelder onder het hele huis. Ik denk dat ik mijn verhaal aan moet gaan passen haha. Ik vind het leuk om erachter te komen hoe het echt geweest is. Dank je wel.
Over de evacuées in de oorlog, meisjes uit Rotterdam, schrijf ik in een latere aflevering.