Het leven op de boerderij
Het dagelijkse leven van Bernard en Lei kent vaste routines. Om vijf uur ’s ochtends begint de dag met het melken van de koeien. Twee uur later wordt er ontbeten en tussen de middag eet het gezin de warme maaltijd, gevolgd door een middagdutje. In de namiddag worden rond vijf uur de koeien opnieuw gemolken. ’s Avonds volgt een broodmaaltijd en tegen tienen ligt het hele stel in bed. 
Ochtend, middag en avond wordt er gewerkt in het huishouden, de stal en op het land. Behalve op zondag. Afgezien van het melken is dat voor iedereen een vrije dag. Lei vraagt aan de pastoor of zij op zondag wel mag breien. Dat mag, als ze het voor haar plezier doet en niet als ‘werk’.

Lei breiend in de tuin met in de kinderwagen haar jongste dochter Mariet (1950).
Met de brik naar de kerk.

Op zondag gaat het gezin naar de Onze Lieve Vrouwe kerk (de Peperbus) in Zwolle. Bij mooi weer op de fiets en als het regent stappen ze in de brik bij Hein, Rinus en Dina (de broers en zus van Bernard op ’t Werkel).
In de kerk heeft iedereen zijn vaste zitplaats. Voor het koppeltje van Bernard en Lei is dit de laatste rij van het middenschip. Voor hen zit Grade Blankvoort, die over haar wit kanten knipmuts een zondagse hoed met struisvogelveren draagt. Die veren hebben wat gewapperd, doordat de Reuvekampkinderen er stiekem in blazen. Grade moet dat beslist gemerkt hebben, maar ze spreekt hen er nooit op aan.
Wie zondag in de kerk ter communie gaat, moet nuchter zijn. Tegen het einde van de mis hebben de boeren er inmiddels al een halve dag opzitten. Met een rammelende maag trekken ze naar café de Munnink, waar de mannen en vrouwen gescheiden van elkaar aan een grote tafel koffie drinken, een broodje eten en de laatste nieuwtjes uitwisselen. Op de terugweg naar huis drinken Bernard en Lei nog een borreltje op ’t Werkel en worden de kinderen door Dina verwend met snoepjes of een koekje en een glas warme melk. 

En dan begint op maandag de werkweek van voren af aan.

Kalfjes voeren. Lei vindt het leuk om voor de kalveren te zorgen. Dat is haar taak. Op deze foto staat ze met haar twee oudste kinderen, Annie en Bertus (1939).

Als het werk het toelaat, stapt Bernard graag even op zijn fiets om een praatje te maken met deze of gene in de buurt. Ook zit hij in allerlei besturen, van het waterschap, de melkfabriek, de ABTB en de gemeente Zwollerkerspel. 
Misschien komt het door de goede herinneringen aan de stiekeme afspraakjes op de markt in hun verkeringstijd, want ook tijdens hun huwelijk maken Bernard en Lei op vrijdag graag samen een uitstapje naar de markt. Hij bezoekt de veemarkt, terwijl zij de stoffenmarkt afstruint en verse groenten en fruit koopt. Op een dag komen ze thuis met een zak tomaten. De kinderen hebben nog nooit zulke knalrode appels gezien. Iedereen krijgt er één, maar al na de eerste hap belanden ze alle twaalf in het varkenshok. Wat de boer niet kent… 

Kalfjes wetteren. Lei met haar jongste dochter Mariet ca. 1955.

Niet alleen de werkweek, maar ook het jaar heeft zo zijn vaste ritmes en routines voor Bernard en Lei. Op een melkveehouderij is altijd veel werk te doen, maar toch is het in de winter relatief rustig. Er is tijd voor de kinderen en Bernard haalt graag grapjes met hen uit. Maar als het voorjaar aanbreekt, wordt het menens. De koeien gaan de wei in, waarna het voor- en achterhuis van kelder tot zolder worden opgeruimd en schoongemaakt. Daarbij heeft iedereen een taak. Tijdens de grote schoonmaak duldt Bernard niet dat de kinderen hem voor de voeten lopen. “Hupsé”, roept hij dan, ten teken dat ze weg moeten wezen.

Hupsé, hupsé
Elk jaar na de grote schoonmaak nemen Bernard en Lei de kinderen mee naar de Meikermis in Zwolle. En elk jaar vindt Lei dat Bernard ze dan met teveel zakgeld verwend. “Als ze maar schik hebben”, vindt hij.
Na de meikermis begint voor het gezin de drukste tijd van het jaar: de hooibouw. Tijdens het hooien wordt er vaak tot middernacht doorgewerkt, klinkt Bernards “hupsé, hupsé” in het kwadraat en hangt er toiletpapier in de wc. Normaal gesproken liggen daar in nette vierkantjes geknipte oude kranten, maar tijdens het hooien is het opschieten geblazen en wil Bernard niet het risico lopen dat iemand op de wc blijft zitten lezen.

(wordt vervolgd)

Bronnen:
– Braakman-Reuvekamp, M. (1988). Genealogie Reuvekamp. Zwolle: Uitgave in eigen beheer
– Groote Schaarsberg-Reuvekamp, A. (2010). Verhalen van vroeger. Een persoonlijke terugblik. Uitgave in eigen beheer
– Foto’s: archief familie Reuvekamp

In onderstaand veld kunt u zoeken op naam of trefwoord:

1 Reactie

  1. Annie Groote Schaarsberg- Reuvekamp

    Leuk om dit terug te zien . Moeder was een duizend poot. Als kind vond ik dat zo gewoon , maar heb inmiddels veel bewondering voor haar.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *