In de jaren ’50 werd aan Marilyn Monroe gevraagd wat ze in bed droeg.
“Chanel nr 5”, was haar antwoord.
Ik heb iets met Marilyn gemeen, en dat terwijl mijn moeder mij van jongs af aan gezegd heeft dat je altijd een nette pyjama in de kast moet hebben voor het geval je onverwacht naar het ziekenhuis moet.
Laten we dat dus maar gauw regelen.
Op een zonnige ochtend struin ik door Groningen op zoek naar een geschikte outfit voor wat mij te wachten staat, en dat blijkt nog niet gemakkelijk. “Het moet een pyjama zijn met knopen, zonder mouwen of met korte wijde mouwen”, zeg ik tegen elke verkoopster in elke winkel waar ik kom. Hebben ze niet.
Nergens.
“Er zijn geen leuke pyjama’s te koop”, sms ik aan Erik. “Ze zijn óf veel te sexy voor mijn expeditie, óf het zijn van die tentachtige pastelkleurige nachtjapons waarvan ik bij de aanblik al treurig word.”
“Dan koop je toch een joggingpak met rits”, antwoordt Erik per sms.
Een joggingpak. Ook zoiets dat ik heel mijn leven nog niet gedragen heb. Straks lig ik aan het infuus alsnog sportief te zijn. Ik grinnik bij de gedachte.
Op weg naar de sportzaak passeer ik een boetiek. In de etalage hangen zachte katoenen hemdjes in allerlei kleuren. Ik ga naar binnen en pas er een. Ze zijn wijd, mouwloos en hebben knopen voor, zodat ik me ondanks mijn immobiele arm zelfstandig aan en uit kan kleden. Ik heb gezien dat de Hema losse pyjamabroeken verkoopt. Dit hemdje kan daarbij prima dienen als pyjamajasje.
“Beeldig mevrouw! Het staat énig op uw spijkerbroek”, tettert de verkoopster. “Ze kunnen ook goed op een rokje. Ik heb er ook een vestje bij. Dat maakt het meteen wat meer gekleed. Kijk…” Ze haalt het ongevraagd uit het rek. “Hier, ziet u wel, past u het maar even.”
“Nee, dank u”, zeg ik. “Ik neem alleen het hemdje.”
“Past u het nou even.”
“Nee, dank u.”
“Ik verkoop ze zó veel”, zegt ze als ik afreken. “Ze zijn ook zó praktisch hè. Wat ik al zei: op een broek, op een rok, het kan allemaal. En met een vestje, jasje of sjaaltje kunt u er ook zó mee naar een feestje.” Haar ogen stralen.
“Een hemdje met mogelijkheden dus”, vat ik samen en ik denk: u vergeet er nog één.
“O zeker”, gaat ze enthousiast verder. “Wat dacht u van op het strand? U trekt het zó even aan over uw bikini. En hop, zó in de wasmachine. En denk maar niet dat ze krimpen, verkleuren of slijten. Nee hoor, ze gaan járen mee.”
“Luister on-uit-roei-baar vodje”, zeg ik in mijn gedachten tegen het hemdje als ik de winkel uitloop. “Van mij mag je krimpen, verkleuren of slijten zoveel je wilt. En als je dat allemaal niet van plan bent, dan zorg je er maar voor dat je je beloftes van strand en feestjes waarmaakt, maar je waagt het niet mij te overleven.”
Ik sta al op straat, als de verkoopster me naroept. “U zult zien hoeveel plezier u er van hebt.”
(Oorspronkelijk gepubliceerd op 29-07-2011)
0 reacties