Willem Wolthaer, die rond 1590 is geboren, trouwt met Marrichjen Lucas wanneer hij achter in de twintig is. Marrichjen is vermoedelijk rond de twintig jaar oud en komt van het nabij gelegen erve Vegterlo. Dit grote boerenerf stamt al uit de veertiende eeuw en bestaat uit Groot en Klein Vegterlo. Omstreeks 1620 krijgen Willem en Marrichjen een zoon, Jan, die op zijn beurt rond 1640 vader wordt van Tonnis, en die verblijdt Willem en Marrichjen zo’n dertig jaar later met ten minste drie achterkleinkinderen. Gedurende ongeveer veertien jaar (van 1670 tot 1684) wonen er dan vier generaties samen op het erf Groote Wolthaer. 

Lucas-Teunissen-Wolthaer-1–-Kwartierstaat-diagram

Het vergaat de familie goed. Jan, de zoon van Willem en Marrichjen, blijkt een even onvermoeibaar harde werker als zijn over-overgrootvader Derck. Hij ontgint steeds meer land, dat vervolgens door de adellijke landeigenaar Johan ter Beecke wordt bijgekocht. In 1666 valt de familie Wolthaer financieel gezien in de hoogste categorie voor boeren. In 1675 betalen ze voor het eerst vuurstedengeld, wat betekent dat ze hun huis kunnen verwarmen met een open vuur (haard). Ze hebben dan nog geen eigen oven. Op Vegterlo (Marrichjens ouderlijk huis) is wel een oven, en daar bakken ook de bewoners van Wolthaer hun (rogge)brood. 

De Wolthaers zijn pachtboeren, maar na het betalen van de pacht (in natura) en het voorzien in het eigen levensonderhoud verkopen ze de oogstoverschotten en investeren de inkomsten in de aankoop van land (o.a. rond Dalfsen en Wijhe). Dit eigen land verpachten ze vervolgens zelf. Ook erven ze in de loop der jaren hier en daar stukjes grond. In 1684 verkrijgen ze zelfs de rechten op het innen van tienden* van twee andere boerenerven (Grote en Kleine Rhaden te Raalte). 

Zo’n 150 jaar nadat stamvader Derck met zijn blote handen het eerste stuk woestenij op de Wolthaer omspitte, hebben zijn nazaten zich dus succesvol opgewerkt tot grote boer en grondbezitters en zijn ze zowel pachter als verpachter. Ze zullen het niet altijd makkelijk gehad hebben, zeker wanneer je bedenkt dat het tachtig jaar oorlog is geweest (van 1568 tot 1648). In 1580 komen er tijdens de Slag bij Raalte zelfs 700 boeren om. Daarna moeten vooral de katholieken het ontgelden. Mijn voorouders op Groote Wolthaer zijn katholiek. Of zij tijdens de tachtigjarige oorlog familieleden hebben verloren en in hoeverre hun daarna het leven zuur werd gemaakt, weet ik niet.

Hoe moeilijk het leven misschien ook voor ze is geweest, Willem en Marrichjen overleven hun zoon en worden stokoud. Als Jan in 1684 op 64-jarige leeftijd overlijdt, is Willem in ieder geval al 94 en Marrichjen moet tenminste 85 jaar oud zijn geweest. Wanneer zij zijn overleden is onbekend. Tonnis, de zoon van Jan, zet het boerenbedrijf succesvol voort en bezit in 1696 meerdere morgens** land, die later overgaan naar zijn zoon en kleinzoon (o.a. negen morgen land in Wijhe). 

*Tienden: 1/10 van de opbrengst in natura (meestal graan).
**Morgen: een oppervlaktemaat waarmee vroeger een stuk land werd bedoeld dat in een morgen kon worden bewerkt of geploegd. Gemiddeld was dat tussen de 0,8 en 1,0 hectare groot, afhankelijk van de bodemgesteldheid.

De naam Wolthaar is nog steeds terug te vinden in en om Raalte. (Foto: M. Braakman, 2021.)

Bron:
– Holterman, D. (2015). De Wolt Haar 1500-2015. Een eeuwenoude ‘buurschap’ met erven Groote, Kleine en Olde Wolthaar. Heino: Uitgave in eigen beheer 

In onderstaand veld kunt u zoeken op naam of trefwoord:

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *