De liefde tussen Erik en mij kenmerkt zich door een hoge mate van tolerantie, maar nu heb ik toch echt een grens overschreden. Het is hommeles. 
De ellende begon toen ik op een mooie lentedag een muis tegenkwam op de zolderkamer. We schrokken allebei even hard, de muis en ik. Ik sprong op mijn bureau en hij verdween vliegensvlug in de kruipruimte onder het schuine dak. Probleem opgelost zou je denken. 

Het muisje liet zich echter steeds vaker zien en zo kon het gebeuren dat we aan elkaar gewend raakten. Een gevaarlijke ontwikkeling, want gewenning wekt gevoelens van genegenheid. Ik kreeg al snel in de gaten dat hij er een vaste scharrelroute en enkele vertederende gewoontes op na hield. Vanuit de kruipruimte klom hij in de boekenkast, waar hij een voorliefde toonde voor boeken over mindfulness en de Tao, alsof hij er zelf in een meditatieve stemming van raakte. Daarna vervolgde hij zijn weg om enkele acrobatische toeren later via rotanstoel, vensterbank, bloempot en gordijnen op een plank aan de muur te belanden waarop ik een altaartje heb ingericht. 
“Wat moet ik nou met jou?” vroeg ik aan de muis, terwijl hij behoedzaam, zonder zijn staart aan het kaarsje te branden, zijn weg zocht tussen Mariabeeld, rozenkrans, hopisteen, geluksolifant en beschermengel. Daarna ging hij voor Maria op zijn achterpootjes staan om aan haar te snuffelen. Een muis met zoveel devotie kon ik niet in een val laten lopen, iets wat sowieso al moeilijk is voor iemand die is opgegroeid met de verhalen van Pinkeltje.
Het was dus maar beter dat Erik hier niets van wist.

Ik had in een tijdschrift gelezen dat elk huwelijk zijn geheimen kent, en ook al kwamen muizen niet voor op de lijst van meest verzwegen onderwerpen, toch suste het artikel mijn geweten. Ook toen mijn grijze vriend een hoogzwangere vriendin bleek te zijn, knaagde er behalve op zolder nog steeds niets bij mij van binnen.

Een half jaar en een aantal muizenzwangerschappen later sta ik te koken als Erik binnenstuift.
“Waar zijn de muizenvallen?” vraagt hij. 
De schrik slaat me om het hart. “Die hebben we niet meer”, antwoord ik.
“Wat gek, we hadden er twee. Weet jij hier soms meer van?” vraagt hij geïrriteerd.
“Hoezo?” Ik trek een mijn-naam-is-haas-ik-weet-van-niets blik.
“Het stikt van de muizen op zolder, ze hebben mijn archief aangevreten.”
Ik schrik opnieuw. Erik is zelfstandig ondernemer en moet zijn facturen tien jaar bewaren in verband met mogelijke belastingcontrole. Ze staan opgeslagen in de kruipruimte.
Samen gaan we naar de zolder. De verwoesting is aanzienlijk. De muizen hebben in en rond de kartonnen dozen met papier een compleet dorp gebouwd. 
“Jij houdt niet van boekhouden, maar deze muizen zijn niet vies van cijfers”, grap ik. Helaas is Erik het stadium van grapjes ver voorbij. Zijn ogen staan inktzwart.

Gelukkig zitten we in lockdown. De winkels zijn gesloten, dus een muizenval moet via internet besteld en per post gebracht worden. Dat geeft mij de tijd om een diervriendelijke oplossing te bedenken. Het wordt Poekie, de in mijn tuin poepende angora-met-stamboom van de buren.
“Wat hebben we dáár nu aan!” zegt Erik verontwaardigd. “Die elitaire kat leeft op Sheba en heeft nog nooit een muis gezien.”
“Precies”, antwoord ik. “Maar muizen weten wel wat een kat is en met een beetje geluk maken ze zich spontaan uit de voeten.”

Op dit moment is het zondagochtend en bevindt Poekie zich precies 14 uur, 13 minuten en 12 seconden op zolder. Voordat ik hem achter het kruipluik plaatste, heb ik hem eerst flink te eten gegeven. Zodat er écht geen muis meer bij kon. Eenmaal achter het luik sprong hij van schrik terug de zolderkamer in en hoog tegen me op. 
“Kom op Poek”, coachte ik hem. “Laat zien dat je een échte kater bent! Je kunt het!”
Dat hielp. Hij trok een kromme rug, kreeg een dikke staart, zette zijn lange angoraharen recht overeind, waardoor hij twee keer zo groot leek, en blies vervaarlijk van zich af. Voor even dan. Daarna klom hij op mijn schoot en ging liggen spinnen. 
Intussen barstte de hel los in de kruipruimte. Ik hoorde gepiep en het rappe getrippel van muizen die een veilig heenkomen zochten. Kortom, Poekie gedraagt zich voorbeeldig, geheel volgens de etikette van een kat op stand. Met een beetje geluk lost het probleem zich op, zonder de muizen een haar te krenken. Mocht dat niet zo zijn, weet iemand dan nog een diervriendelijke manier om van een massa muizen af te komen? 

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *