“Kruising tussen Robert Redford en George Clooney op tien uur”, zeg ik tegen Erik. Hij draait zijn hoofd in de aangegeven richting, haalt zijn schouders op en maakt zich niet druk. Mooie mannen zien mij namelijk meestal niet.
Vandaag wel.
Wanneer Erik opstaat voor een tweede ronde langs het ontbijtbuffet, komt ‘Roger’ (Robert/George) mijn kant op, om aan het tafeltje naast het onze plaats te nemen. In de tijd dat ik één boterham eet, werkt hij een bord warme pap, een schaaltje blauwe bessen, vijf flinke boterhammen, een gekookt ei en een kop koffie weg. Toch is hij zo slank als een den.
“You’re staring lady”, zegt hij vervolgens met een vriendelijke glimlach, alsof het hem amuseert.
Ik voel hoe ik tot achter mijn oren rood word. We wisselen wat beleefdheden uit.
“What brings you here?” vraagt hij dan.
Wat moet ik daarop antwoorden? Dat er op een lange, warme, zwoele zomeravond geen heerlijker plek is om te mijmeren en te schrijven dan aan de Finse kust?
“Nothing particular”, antwoord ik.
Dat vindt hij grappig. Maar nu hij erover nadenkt, is er eigenlijk ook niets bijzonders dat hem hier heeft gebracht. En toch is hij helemaal uit Australië gekomen.
Als Erik aanschuift met koffie en croissantjes staat ‘Roger’ op, groet ons vriendelijk en verdwijnt.
Zo gaat dat aan het ontbijt in hotels.
Als je je dag hebt.
Wat later die ochtend beklimt Erik de 72 meter hoge toren van het olympisch stadion om er foto’s te maken. Ondertussen geniet ik in een park van de zon en de rust, tot er voor mijn neus een blik Japanners wordt opengetrokken. Het gezelschap rolt al kakelend uit een sightseeing bus. Dan steekt een man in een witte jas de Finse vlag omhoog.
Je kunt een speld horen vallen.
Aandachtig bekijk ik het schouwspel. Ik herinner me uit mijn tijd als stewardess dat als de eerste van een groep Japanners jus d’orange dronk, de overige zevenentachtig dat ook deden, tot de jus op was en er iets anders moest worden gekozen. Dat viel nog niet mee. Om het ze makkelijk te maken, hield ik dan bijvoorbeeld een blikje cola omhoog, waarna al die koppies driftig ‘ja’-knikten, tot de cola op was, enzovoort.
De tour leader gaat met de Finse vlag in zijn hand voor het beeld van Paavo Nurmi staan, waarbij hij de houding van de hardloper nabootst.
Ik ga er maar eens voor zitten. Dit belooft wat.
En ja hoor, een vrouw komt naar voren, ruilt haar camera voor de Finse vlag, en imiteert de zojuist gedemonstreerde houding terwijl de tour leader een foto van haar maakt. Vervolgens wil de hele groep. Dit gaat wel even duren.
Terwijl ik geamuseerd het gebeuren gadesla, zie ik opeens Erik van grote hoogte naar mij zwaaien. Hij heeft mij vast met zijn zoomlens gespot. Ik sta op en zwaai terug met beide armen in de lucht. De Jap die op dat moment in hardloophouding staat, raakt van zijn à propos en begint met vlag en al naar mij te zwaaien. Zo’n zeventig landgenoten draaien zich om en staren mij aan. Er klinkt geroezemoes en gegiechel. Dan stapt er één naar voren om een foto van mij te maken. Wat er dan gebeurt, laat zich raden.
Zo gaat dat op reis.
Als je je dag niet hebt.
0 reacties