(7.) Gerharda Lamberta van de Vegte (1912-1992)
Gerharda (Grada) wordt op 30 augustus 1912 op boerderij ’t Holtrust in Dieze geboren als tweede kind en oudste dochter van Johanna en Cornelis van de Vegte.
Grada is mijn oma.
Het agrarische Dieze kent geen voorzieningen zoals winkels, markten, scholen, kerken of gezondheidszorg. Voor alles zijn de Diezenaren op Zwolle aangewezen, en daardoor zijn ze over het algemeen beter dan boeren uit verafgelegen plattelandsdorpjes op de hoogte van wat zich elders in Nederland en de wereld afspeelt. Elk nieuwtje bereikt eerst de stad en via de mondelinge tamtam op de markt en in de kerk ook het platteland.
Een ander voordeel is dat de boerenkinderen uit Dieze naar goede scholen in de stad kunnen. Voor zover ik heb kunnen nagaan, konden al mijn voorouders lezen en schrijven, zowel de mannen als de vrouwen. Al onder documenten uit de 18e eeuw zetten mijn voorouders zelf een handtekening en geen kruisje zoals analfabeten deden. Net zoals haar moeder, oma en overgrootoma gaat ook Grada in Zwolle naar de lagere school.

Na de lagere school gaat Grada als oudste dochter thuis aan het werk. Ook al is ’t Holtrust een grote en welvarende boerderij met inwonend personeel, voor Grada is er nog genoeg te doen. Op een boerderij is het werk nooit klaar. Het vee moet verzorgd, het land bewerkt en de producten geoogst. Koeien melken, vee slachten, vlees pekelen en roken, groente inmaken, kleding naaien voor het hele gezin en wassen en schoonmaken, alles is handwerk en doen de boeren zelf. En dan is er ook nog de ‘burenplicht’, die inhoudt dat in de oogsttijd iedereen elkaar helpt tot het werk overal gedaan is.
Het is onder andere Grada’s taak om melk te karnen en boter en kaas te maken. Haar vader Cornelis gaat met die producten in zijn melkkar naar de stad om ze daar op de markt te verkopen (uitventen). Rustig een boekje lezen onder de appelboom is er dus niet bij voor Grada. Behalve dan misschien op zondagmiddag. Wel volgt ze een cursus om te leren naaien.
Dat Grada niet buitenshuis als dienstmeisje werkt, is desalniettemin een teken van welstand. Grada’s ouders zijn nogal ‘trotse’ mensen en het is hun ‘te min’ om hun dochters elders als dienstmeisje te laten werken. In mijn stukje over Maria Westemeijer kun je lezen over de hiërarchie in de boerenstand.

Grada’s zusje Annie gaat naar de mulo en vindt een kantoorbaan. Dat moet in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw voor een boerendochter zeer vooruitstrevend zijn geweest. Later treedt Annie in het klooster. Het valt mij op dat veel kloosterzusters in die tijd goed zijn opgeleid. Ze werken bijvoorbeeld als onderwijzeres, verpleegster of kok. Ze verdienen hun eigen geld en dragen dat af aan het klooster.
Rond haar twintigste krijgt Grada verkering met Willem (Wilhelmus Gerardus Johannes) Beltman. Hij komt uit Herfte en is bevriend met Grada’s buurjongen. De beide mannen zijn klasgenoten van elkaar op de landbouwschool. Na een kerkdienst op zondagochtend vraagt Willem aan Grada of hij een stukje met haar mee naar huis mag fietsen. Onderweg drinken ze bij café/restaurant De Vrolijkheid een glaasje ranja. Daarna is het ‘aan’.
Grada vertelt mij dit bijna 60 jaar later als we in de slaapkamer van haar bejaardenwoning in Zwolle op koninginnedag naar de optocht kijken.
“Je opa was een erg knappe man”, zegt ze, met pretlichtjes in haar ogen. Ze bloost er nog steeds bij.


Grada en Willem zijn even oud en trouwen op hun 26e (in 1938). Het echtpaar gaat in Herfte op de boerderij van Willem wonen.


Tip: Door op een foto te klikken, kunt u deze op schermgrootte bekijken.
(Wordt vervolgd)
Bronnen:
– Met dank aan M. Braakman-Reuvekamp voor genealogische informatie
– Met dank aan mijn moeder A. Reuvekamp-Beltman en haar zussen D. Wolke-Beltman en R. Beltman voor het delen van hun herinneringen
– Foto’s: archief familie Beltman en H. Damman
Wat ontzettend mooi om te lezen, het is een stukje van mijn moeder…. dank je wel Lian.
Deze aflevering komt mij heel nabij….. Ik kijk nu met heel andere ogen naar onze “voor-geschiedenis” . Als kind nr 6 in ons gezin, stond ik heel veraf van die oude herinneringen die jij nu in beeld brengt! Aan “Dieze” heb ik amper herinneringen, behalve dan aan die oude “Opa-Dieze”, die af en toe, met zijn stokje uit de bus stapte en bij ons in Herfte op visite kwam. (Daar heb ik weinig gezelligs aan beleefd…)
Des te bijzonder vind ik nu jouw verhalen Lian.
Heel fijn om mijn eigen voor-geschiedenis in een voor mij, nieuwe tijdlijn te kunnen zien!
Het is zoiets als “door een andere bril ernaar kijken” en dat ontroerd me echt. En dan die prachtige oude foto’s die een heel ander inkijkje in onze geschiedenis laten zien….
Applaus voor je werk!!!
Ria Beltman